Vandaag was de tweede marathonwedstrijd van dit seizoen voor de Twentse Baancompetitie. Na mijn debuut waar ik de vorige keer
een stukje over heb geschreven was ik vast van plan om het deze keer beter te doen.
Vooraf was ik veel minder gespannen dan de vorige keer, hoewel ik toch wel wat zenuwachtig werd van mijn omgeving. Nadat mijn dochters meerdere keren ongerust hadden gevraagd of ik mij niet moest omkleden zat ik ruim op tijd in de kleedkamer. Als eerste stond ik vervolgens op het ijs tot grote hilariteit van mijn dochters die mij luidkeels begonnen aan te moedigen “Goed zo papa! Je rijdt op kop!”
Vervolgens denderde het door de ijshal: “17 minuten inrijden, dat is wel lang Bob!”. Het was Ellie, onze eigen “miss marathon”, die mij over de speakers aanwijzingen gaf.
Ok, ik geef toe, het was niet zo handig van mij. Maar ik kon toch moeilijk weer van het ijs af gaan, dus wat doe je dan? Toch maar gewoon een paar rondjes rijden. Gelukkig startte de wedstrijd een beetje eerder dan gepland, dus ik was achteraf wel blij met mijn vroege aantreden.
Ondanks een aantal toezeggingen van clubgenoten was de samenstelling van de groep ongeveer gelijk aan de vorige keer. Er kwamen 18 mannen en vrouwen aan de start, waarvan een flink aantal uit Denekamp, een paar van andere clubs en ik was opnieuw de enige HIJC-er.
De wedstrijd ging rustig van start. Opnieuw splitste de groep zich en ik kwam lekker mee met de kopgroep. Er waren 2 jonge kerels met een pak van de UT bij en die hadden duidelijk zin om het tempo wat te verhogen.
Na een ronde of 10 kwam de eerste ontsnapping van 2 rijders, een van de jonge kerels en een andere schaatser met niet zo beste techniek, dus het leek mij niet al te serieus. Inderdaad hadden we ze al snel weer ingehaald, maar het tempo lag na die actie wel een stukje hoger
Ik lette wat meer op mijn techniek dan de vorige keer en ik bleef de eerste 15 rondjes rustig meedraaien. Zo ongeveer op de 5e plek.
Toen kwam er wat onrust in de groep. Het tempo lag niet hoog genoeg, de schaatser voor mij haalde de voorste mannen in en ondanks mijn goede voornemen van de vorige keer zat ik ineens op de tweede plek in de kopgroep. “Oh jee”, dacht ik, “dan moet ik natuurlijk zo gaan koprijden.” en jawel gedurende anderhalve ronde gaf ik het tempo aan. Op zich geen probleem, mijn benen voelden nog goed, maar toen ik het tijd vond worden dat iemand het stokje overnam en de snelheid liet teruglopen gebeurde er van alles tegelijk.
Een van de UT’ers ging er als een speer vandoor en het leek wel of heel Denekamp ineens wakker werd, want links en rechts gingen ze mij voorbij en met nog 6 ronden te gaan was ik ineens bang om aansluiting bij de kopgroep te verliezen. (mental note voor de volgende keer: “blijf rustig, iedereen is moe, je hebt zo weer aansluiting”) Ik besloot mee te gaan met het groepje Denekampers die mij de vorige keer zo roemloos hadden gelost. Deze keer had ik nog genoeg over in de benen, dus dat moest toch gaan lukken.
Helaas, mocht het niet zo zijn. Toen ik probeerde te versnellen werd ik net links en rechts ingehaald, dus er was weinig ruimte. Ik kreeg een tik tegen mijn schaats en voor ik het wist viel ik met mijn achterste op het ijs.
Vallen tijdens een wedstrijd is heel naar. Ik had mij totaal geen zeer gedaan, maar direct nadat je dat hebt geconstateerd begint een kwelling die een eeuwigheid lijkt te duren, namelijk de tijd dat je machteloos doorschuift. Je wilt zo graag opstaan, maar je kan niets anders doen dan wachten tot je tegen de kussens tot stilstand komt. Ondertussen een beetje halfslachtig met je schaatsen proberen te remmen.
Na ongeveer 3 kwartier (een paar seconden voor de rest van de wereld) kon ik eindelijk opstaan en met een grote inspanning probeerde ik mijn hartslag naar beneden en mijn trillende benen weer rustig aan het bewegen te krijgen. De kopgroep was inmiddels een halve baan verder. Zo jammer.
Zo snel als ik kon ben ik verder gegaan, nog bijna een afhaker van de kopgroep ingehaald, maar dat zat er niet meer in. Zo eindigde ik opnieuw laatste van de kopgroep. Nog even uitleg voor het thuisfront: ik ging als laatste over de finish, maar de achterblijvers mochten een ronde minder schaatsen, dus ik was 7e van de 18 rijders.
Ongeveer hetzelfde resultaat als 2 weken geleden. Maar de volgende keer…...
Bob Groenewoud