Freek
Het verschil tussen nummer één en twee was met het blote oog niet te zien en toch was er een winnaar. De jury besloot van Aart met vier duizendste verschil als eerste aan te wijzen en ik had de pest in, want Jumbo had inmiddels mijn sympathie verloren met al die buitenlandse kopmannen, met als gevolg dat Nederlanders enkel nog in een ondergeschikte knechtenrol op kop mochten sleuren.
Het was zondagmiddag 19 april 2021 en met de Formule 1 race op het circuit van Imola, de Amstel gold race in Limburg en een bekerfinale in “de Kuip”, was ik er weer eens ouderwets voor gaan zitten. Maar terwijl de kopgroep steeds meer terrein verloor en Verstappen in eerste positie, bijna werd achterhaald door Hamilton, zag ik met een schuin oog op m’n iPhone een kort berichtje langskomen, met het verdrietige nieuws dat Freek Barels de avond ervoor was overleden. Plots was de ergernis over buitenlandse kopmannen verdwenen en gingen mijn gedachten terug naar de Temple bar in Dublin, waar ik ooit met Freek genoot van een volle pint Guinness en het leven ons toe lachte, een leven waar nooit een eind aan leek te komen. Nu bleek dat ineens dus niet te kloppen. Freek was een van de “krasse knarren” die in de beginjaren van H.IJ.C. hun talenten op de Ton Menkenbaan in Enschede ontplooiden. Talenten op latere leeftijd, voor wie het aan onderricht op jonge leeftijd had ontbroken, terwijl dat juist een periode is, waarop het verkrijgen van optimale techniek, nu eenmaal het meest effectief is. Och techniek, snelheid was veel belangrijker.
Nee, de ontplooiing van deze excellente groep schaatsers, vond vooral plaats door samen keihard te trainen in de TG2000 (TrainingsGroep 2000) , een select gezelschap 30ers, dat zich als doel stelde in het jaar onzes heren 2000, sneller te rijden dan het licht. Veel leeftijdgenoten, die inmiddels beschutting hadden gevonden achter een gebreide broek, waren sceptisch en toen er in 2001 een evaluatie plaats vond, bleken ze gelijk te hebben gehad, helaas.
Freek hoorde er ook bij als we in de zomer onze rondjes op het UT terrein liepen of op de fiets over de Twentse wegen snelden, maar hij was er met name prominent bij op het ijs in Deventer en Enschede. Hij reed zelfs lange tijd mee in het snelste treintje op de maandagochtend en elke keer dat hij mij inhaalde, verlangde ik in wanhoop naar de zomer wanneer hij – iets minder getalenteerd op de fiets- achter in de groep, dikwijls om z’n moeder riep. Maar helaas, de gezondheid ging hem parten spelen en de eerste tekenen van verval kwamen aan het licht, toen hij op de racefiets werd aangereden. Het kwam daarna niet meer goed en hoewel hij op het ijs nog redelijk lang z’n rondjes reed, overheersten de tekenen van lichamelijke kwetsbaarheid.
Freek zou nooit klagen en het enige wat hij zich schoorvoetend liet ontvallen, was een voortdurende vermoeidheid, maar dat zou ook wel weer goed komen na wandelingen en fietstochten in de toekomst, zo sprak hij optimistisch en koffiedrinken met ons, lag dan ook zeker in het verschiet.
En dan zou je toch denken dat zijn ongekende optimisme ondanks zoveel tegenslagen, voor ons als gezonde sporters, een voorbeeld zou zijn, maar nee, niets was minder waar. Het klagen op de maandagochtend over slecht weer en ondraaglijke kou op de racefiets, ging onverminderd door. Het was niet anders en het zal ook wel nooit anders worden. Freek is niet meer, we zullen hem missen.
Maandagochtend.
Maar ook al schaats het treintje voort, d’ herinnering blijft leven,
Wij waren in ’t licht der eeuwigheid, Freek’s maatje voor heel even.
Namens de sportvrienden
Wim Salomons