Afgelopen zondag heb ik voor het eerst meegedaan aan de clubkampioenschappen.
Ik was behoorlijk zenuwachtig voor de wedstrijd. Niet zozeer omdat ik wilde winnen (wel graag iets sneller rijden dan mijn dochters Ella en Isa), maar vooral omdat ik niet "af wilde gaan". Dat starten is echt wel heel lastig en het leek me verschrikkelijk om na een meter of 10 vol op mijn snufferd te gaan. Vooral voor de eerste afstand voelde ik wat extra spanning, want er waren ook nog heel wat (bekende) ouders die langs de lijn hun kids stonden aan te moedigen.
Het was mijn eerste wedstrijd, dus ik wist niet echt wat ik kon verwachten. Gelukkig waren er nog meer “oudere jongeren” die ook wel eens een wedstrijd wilden rijden, dus ik kon van hun de voorbereiding en warming-up afkijken.
Vlak voor de start ging ik maar een beetje treuzelen om te kijken naar welke baan mijn tegenstander ging. "Ok, daar moet ik dus niet zijn". Er zijn wel regels voor natuurlijk. Het is iets met "de lichte kleur moet naar de binnenbaan", maar ik was zo gespannen dat ik niet eens wist wat de binnenbaan was.
Mark moest in de race voor mij starten en hij haalde onbewust de druk iets van de ketel voor mij.
Scheidsrechter: "Naar de start."
Mark gaat naar voren en neemt een supersnelle starthouding aan
Scheidsrechter: "Nee, dat mag pas als ik "klaar" zeg."
Iedereen lachen.
Daarna was het mijn beurt om te starten. Vanaf de kant hoor ik "Bob, je bril!" Oh ja, mijn supersnelle sportbril zit nog op mijn muts in plaats van mijn neus. Snel nog even corrigeren.
Toen eindelijk de start. Ik sprint weg en voel meteen een stekende pijn in mijn lies. Bij het (iets te enthousiast) oefenen had ik daar ook al last van gekregen. Jammer genoeg dus geen flitsende start. Ik ga snel over van rennen naar schaatsen en de pijn zakt meteen weer weg.
Veel minder hard dan ik had gewild ga ik de eerste bocht in. Gelukkig heb ik eerst de binnenbocht zodat ik genoeg druk op mijn benen krijg om nog wat te versnellen. Dan het rechte stuk. Ik zie een bord in mijn ooghoek met cijfers erop, maar heb geen idee wat ze betekenen. Later begreep ik dat dat het laatste stukje van de openingstijd was. Oei, wat voel ik mij een beginner!
Op 3/4e van het rechte stuk bedenk ik mij dat ik nog van baan moet wisselen, dus dat doe ik snel. (dat was bijna een “Sven Kramertje”). De laatste buitenbocht een beetje ruim insteken, anders ga ik over de lijn en lig ik er zeker uit.
Halverwege het laatste rechte stuk heb ik pas tijd om even aan mijn techniek te denken en merk ik dat ik behoorlijk aan het "harken" ben. De laatste paar slagen nog even iets netter doen en dan is het alweer tijd. 50 seconden. Gelukkig een stukje sneller dan de tijd van Ella en Isa, dus ik kan weer met een gerust hart naar huis.
Een heel kort filmpje van de 500 meter vindt u hier.
Maar eerst nog de 1500 meter. Zoals iedereen al had aangekondigd is dat heel veel zwaarder. Waar je bij de 500 meter in een soort roes gewoon zo hard mogelijk probeert te rijden, heb je bij 1500 meter alle tijd om na te denken, af te zien, pijn te lijden etc. Na 3 rondes was ik al compleet uitgeput en puur op wilskracht ging ik er nog 1 ronde achteraan. De laatste bocht schoot mij de gedachte te binnen die Maud eens aan haar moeder had verteld “als ik nu val kan ik ten minste lekker even zitten”. Maar natuurlijk ging ook dat weer voorbij en na een verhitte strijd met mijn tegenstandster Annemieke passeerde ik twee seconden na haar de finish.
Al met al was het een heel geslaagde avond. Alles was prima georganiseerd en het is echt reuze gezellig om zo met allemaal clubgenoten de ijsbaan te bezetten. Aan al mijn leeftijdsgenoten kan ik alleen maar zeggen: probeer ook eens mee te doen. Het is echt heel erg leuk en spannend om eens een baantje “voor het echt” te rijden.